In 1955 deed de Hiller H-23B Raven zijn intrede bij de Nederlandse militaire luchtvaart. Op 8 juni van dat jaar arriveerden de eerste drie van in totaal 35 Hiller H-23B Raven helikopters en begon in de zomer de eerste Helikoptervliegeropleiding (HVO). De toestellen waren eigendom van een Landmachtonderdeel, de Groep Lichte Vliegtuigen (GPLV), maar werden gevlogen en onderhouden door personeel van de Koninklijke Luchtmacht (KLu). De toestellen werden ingedeeld bij het 298 en 299 squadron. Op 4 december 1957 verhuisde squadron 289 naar Ypenburg en op 7 december volgde sqaudron 299.
In 1958 werden de laatste ‘Ravens’ geassembleerd en verdeeld over de twee squadrons. In 1959 ontving de KLu nog een ‘Raven’ van het type OH-23C, die uiterlijk afweek door de bolle cockpit en daardoor op een helikopter van het type Bell-47 leek. Al snel stond de OH-23C bekend als de ‘Bell-Hiller’.
Na een oefening met de MLD en de Koninklijke Noord en Zuid Hollandse Redding Maatschappij in 1958, concludeerde het Commando Luchtstrijdkrachten dat de Hiller in geen enkel opzicht voldeed aan de eisen die aan Sea Air Rescue helikopters werden gesteld en verzocht werd om over te gaan tot de aanschaf van zes Alouette II reddingshelikopters. Op 11 augustus 1965 vond de laatste vlucht met een Hiller H-23B plaats.
Hiller H-23B Raven | |
---|---|
In gebruik bij | Koninklijke Luchtmacht (KLu) |
Periode | 1951 – 1959 |
Type | Verbindings- en verkenningshelikopter |
Fabrikant | Sikorsky Aircraft Corporation |
Bemanning | 1 piloot, 1 passagier |
Afmetingen | Lengte totaal 8,38 m Rotordiameter 10,67 m (2-bladig) Staartrotordiameter 1,68 m Hoogte 2,98 m |
Landingsgestel | slede (skids) |
Extra bevestigingspunten | 2 brancards aan weerszijden van de cockpit |
Gewicht leeg / maximum | 752 kg / 1135 kg |
Motor | Franklin VO-540-A1b 6 cilinder box-motor |
Maximum snelheid | 140 km/u |
Kruissnelheid | 122 km/u |
Plafond | 3500 m |
Bereik | 222 km |