Het plan sluit naadloos aan op de omgeving. Aan de oostzijde van het plan is de verkaveling gebaseerd op het strakke, regelmatige stratenpatroon van deelplan 1. Ten westen van de dwarsverbinding wordt het plan grilliger. Straten verwijden zich naar het park op de kop van Singels en de blokken knikken in verschillende richtingen. Doorgaande gevelwanden en continue noklijnen zorgen ervoor dat de woningblokken een onderlinge continuïteit en een monolithisch karakter krijgen. Door de verholen goten en de noklijnen te verschuiven, te knikken en te geren en door de gevels gelijksoortig te detailleren en te materialiseren wordt de samenhang tussen de blokken nog onderling versterkt. De koppen van de doorgaande blokken krijgen een afwijkende, meer expressieve behandeling. Langs de randen van het deelplan liggen wat voornamere woningtypes: stadswoningen in drie lagen met kap al dan niet met overbouwd parkeren. De expressieve koppen zijn verhoogd tot appartementengebouwen. In het plan is grote zorg besteed aan hoekoplossingen. ‘Kopgevels’ zijn hierdoor voorkomen.